De juridische ‘rafelrandjes’ van de begroting van de schade door het verlies van arbeidsvermogen

In letselschadezaken is de schade door het verlies van arbeidsvermogen vaak één van de grootste schadeposten. Nogal eens wordt gedacht dat de begroting van deze schadepost met name het domein is van de arbeidsdeskundige, die onderzoek doet naar de hypothetische en de restverdiencapaciteit, en van de rekenkundige, die vervolgens een berekening maakt. De begroting van de schade door het verlies van arbeidsvermogen is echter een juridische vraag, die met name wordt beheerst door art. 6:95, 6:97 en 6:105 BW.

Het is voor iedere professional die zich bezighoudt met de begroting van de schade door het verlies van arbeidsvermogen dan ook van belang om de juridische basis te kennen, maar ook te weten waar de rafelrandjes zitten bij deze schadepost.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

• Kort de juridische basis van schade door verlies van arbeidsvermogen
• Hoe 'bewijs' je de toekomst bij de begroting van de schade door het verlies van arbeidsvermogen?
• De begroting van fiscaal niet-verantwoord schade door verlies van arbeidsvermogen.
• Hoe begroot je de schade als de arbeidsrelatie mogelijk is ingekleurd door een familieband tussen het slachtoffer en diens werkgever?
• Wat is de invloed van de beslissing van een slachtoffer om zich in het buitenland te vestigen?
• Is de som ineens afwikkeling wel zo voor de hand liggend? Of zijn er ook andere mogelijkheden?
• Actualiteiten en laatste ontwikkelingen schade door verlies van arbeidsvermogen.

Doel van de cursus:
Na het volgen van deze cursus kent u de rafelrandjes bij de begroting van de schade door het verlies van arbeidsvermogen en weet u op basis van de juridische kennis de beste uitgangspunten voor een schadeberekening vast te stellen.