Jacqueline van den Bosch (Ivy Advocaten) over fraudeonderzoek door advocaten en accountants

“Het komt wel eens voor dat onderzoekers vergeten te bepalen wat het juridisch toetsingskader is waartegen zij feitenonderzoek doen,” zegt advocate Jacqueline van den Bosch. Met een goed protocol en plan van aanpak kun je zo’n misser voorkomen, houdt zij de cursisten van de Kerckebosch-leergang Management van Fraudeonderzoeken voor.  

Jacqueline van de BoschDe komende weken verschijnt een reeks van drie korte interviews over het management van complexe fraudeonderzoeken. Lex van Almelo vraagt drie experts uit de publiek en private sector naar tips voor de praktijk. De tweede in de reeks is Jacqueline van den Bosch (Ivy Advocaten).

 

Hoe borg je de kwaliteit van fraudeonderzoek door advocaten en accountants?

“Advocaten en accountants moeten de kwaliteit van het fraudeonderzoek waarborgen op grond van hun beroepsregels. Bovendien heeft de Hoge Raad algemene regels gegeven voor kwaliteitsborging. Zo is hoor en wederhoor niet per se nodig als de resultaten van het onderzoek intern blijven, maar ligt dat anders als de onderzoeksresultaten openbaar worden gemaakt of bijvoorbeeld zullen worden voorgelegd aan een rechter. Het concept van het onderzoeksrapport moet dan worden voorgelegd aan de persoon op wie het onderzoek zich richt. Als je niet genoeg luistert naar die persoon kan dat ook de kwaliteit van jouw bevindingen aantasten.”

Voldoende gelegenheid voor commentaar

“De onderzochte persoon moet voldoende gelegenheid krijgen om commentaar te leveren op de bevindingen en om daarvoor te overleggen met zijn of haar advocaat. Wanneer je die gelegenheid niet geeft als onderzoeker kun je aansprakelijk zijn voor de schade die die persoon daardoor lijdt.”

“Kwaliteit betekent ook dat je privacyregels in acht neemt en zo min mogelijk namen noemt in de rapportage.”

Volledigheid van fraudeonderzoek door advocaten en accountants

“Er bestaan weinig guidelines voor de manier waarop advocaten en accountants fraudeonderzoek moeten doen. Accountants hebben een praktijkhandreiking en het Institute for Financial Crime heeft een set van best practices. Maar die zijn vrijblijvend. Je ziet daarom dat de rechter langzamerhand de regels bepaalt voor accountants en advocaten die onderzoek doen. Die zegt bijvoorbeeld dat de onderzoeker een zorgplicht heeft. Niet alleen tegenover de opdrachtgever, maar ook tegenover de persoon die de directe gevolgen ondervindt van het onderzoek. Dit betekent dat je het onderzoek op een onafhankelijke en objectieve manier moet uitvoeren.”

“Alle relevante feiten moeten worden onderzocht en worden vermeld in het rapport. In de praktijk is dat soms lastig, want je hebt vaak weinig tijd. Zo bracht de NS onder druk van de politiek een rapport naar buiten over een onderzoek dat nog niet helemaal klaar was.”

Verantwoording voor fraudeonderzoek

“Soms vergeten onderzoekers vooraf het toetsingskader van het fraudeonderzoek te bepalen. Daardoor is het niet duidelijk langs welke meetlat ze de feiten onderzoeken. Welk kader kan worden gehanteerd, hangt af van de situatie. Het kan gaan om een misstand, een begrip dat het Huis voor de Klokkenluiders heeft gedefinieerd. Het kan ook gaan om overtreding van strafwetten of om goed werknemerschap. En soms heeft de organisatie eigen integriteitsregels.”

“Het is verstandig om te beginnen met het formuleren van onderzoeksvragen en het toetsingskader. Dat kun je vastleggen in een plan van aanpak en in een protocol. Bij de onderzoeksverantwoording in de rapportage komen deze aspecten terug.”

Verschoningsrecht

“Een recente ontwikkeling zijn de regels voor Non Compliance with Law and Regulations, de NOCLAR, voor accountants. Hierdoor moeten accountants – ook accountants die onderzoek doen - ernstige onregelmatigheden altijd melden aan de autoriteiten. Voor de opdrachtgever kan zo’n melding riskant zijn of eenvoudigweg prematuur. Een advocaat heeft verschoningsrecht en heeft zo’n meldplicht niet. De accountant die door de advocaat wordt ingeschakeld, heeft een afgeleid verschoningsrecht.”

“Het verschoningsrecht geldt alleen voor werkzaamheden die ‘des advocaats’ zijn. Volgens de rechtbank viel het feitenonderzoek in de Vestia-zaak daar niet onder. Maar de rechtbank betrok daar niet bij dat advocatenonderzoek wordt gedaan binnen  een vooraf bepaald juridisch kader en daarom wel degelijk valt onder het verschoningsrecht.”

TIPS

  1. Maak een plan van aanpak en/of protocol
  2. Bepaal vooraf het juridisch toetsingskader
  3. Check of hoor en wederhoor (verder) nodig is
  4. Neem een hoofdstuk met de onderzoeksverantwoording op in het rapport