In gesprek met Michiel Noordzij, Wsnp-bewindvoerder en voorzitter van de Beroepsvereniging voor Wsnp en praktijktrainer van de cursus ‘Art. 349a lid 1 Fw.’ in de praktijk: antwoorden van de Hoge Raad. Michiel licht artikel 349a toe en het belang van de cursus die hij geeft.
Eén artikel, grote gevolgen
In de wereld van schuldhulpverlening kan één enkel wetsartikel het verschil maken tussen hoop en uitzichtloosheid. Dat bleek pijnlijk duidelijk met artikel 349a van de Faillissementswet, ingevoerd in juni 2023. Wat begon als een goedbedoelde poging om burgers beter te beschermen, draaide uit op verwarring, willekeur en – in veel gevallen – onrecht.
Door juridische ruis, tegenstrijdige interpretaties en gemeentelijke rigiditeit hebben honderden mensen langer dan nodig in een schuldenregeling gezeten. Dankzij het traject dat Michiel inzette tot aan de Hoge Raad, is er inmiddels helderheid. Maar de gevolgen van dit wetgevingsfoutje zijn voor velen nog voelbaar.
Twee petten, één missie: rechtvaardigheid
“Als Wsnp-bewindvoerder houd ik toezicht namens de rechtbank op lopende regelingen. Tegelijkertijd help ik via een niet-gemeentelijke route mensen duurzaam uit de schulden. Juist door die combinatie zie ik dagelijks hoe ongelijkheid ontstaat. Niet omdat mensen de verkeerde keuzes maken, maar omdat systemen falen. Ik zie dossiers die jarenlang blijven liggen, cliënten die verdwalen in bureaucratie of simpelweg geen toegang krijgen tot de juiste trajecten. En dan blijkt soms dat het probleem niet bij de burger ligt, maar bij een regel die niemand goed heeft uitgelegd of toegepast.”
Artikel 349a: een vreemde eend in de juridische bijt
De Kamer wilde versnellen: van drie jaar naar anderhalf jaar schuldregeling. Op zichzelf een begrijpelijke en menselijke gedachte. Maar vlak voor de wetswijziging werd artikel 349a toegevoegd – een bepaling die haaks stond op de rest van het juridische stelsel. In plaats van versterking van de burgerpositie, leidde het tot verwarring bij rechters. De interpretatie werd overgelaten aan richtlijnen van ReCoFa, een overlegorgaan van rechter-commissarissen binnen de faillissementswet. Die gingen, zonder politieke mandaat, eigen regels hanteren. Met alle gevolgen van dien: mensen kregen geen juiste termijnkorting, raakten het vertrouwen kwijt, en betaalden soms tienduizenden euro’s méér dan nodig aan schuldeisers.
Postcodeongelijkheid in de praktijk
“Een schrijnend voorbeeld uit mijn praktijk: een cliënt ontving uiteindelijk, na beroep, een korting van 18 maanden op zijn schuldenregeling. Financieel scheelde dat €30.000. Tegelijkertijd sprak ik een collega van een gemeente die – door onjuiste interpretatie van regels – exact zo’n korting niet heeft toegepast. Zelfde situatie, andere postcode, andere uitkomst. Dat is geen systeem van gelijke behandeling. Dat is willekeur.”
“Ik kom uit Den Haag en in mijn gemeente heb ik als je het omrekent effectief maar 1 procent kans dat ik daadwerkelijk uit de schulden ben. Gewoon omdat het uitvalpercentage hoog is en het bereik dusdanig laag is: 700-800 mensen worden er via een schuldenregeling geholpen, terwijl er een doelgroep is van 70.000 mensen. Het is niet oké. Het heeft maatschappelijk zoveel impact, dat is wel hartstikke zonde. We laten mensen echt langdurig aan de kant staan, dat is gewoon niet goed voor de maatschappij.”
Complexe regels vragen om praktische kennis
Veel schuldhulpverleners willen het goede doen, maar weten niet hoe. De materie is technisch en complex. Gemeentelijke richtlijnen bieden weinig ruimte voor interpretatie, en slechts weinig professionals kennen de arresten van de Hoge Raad of durven tegen de richtlijnen in te gaan. Het gevolg: cliënten worden onbedoeld benadeeld. Michiel: “De tragiek is dat de Kamer dacht het goede te doen, maar het verkeerde onderdeel veranderde. Het échte probleem – de chaos aan de voorkant van schuldhulpverlening – bleef onaangetast.”
Waarom deze cursus essentieel is
“Om deze misstanden te helpen keren, geef ik bij Kerckebosch een gespecialiseerde cursus. Geen theoretisch verhaal, maar praktijkgericht, met echte dossiers, actuele jurisprudentie en concrete tools. Rechters, bewindvoerders, gemeentemedewerkers – iedereen die met schuldenregelingen werkt – moet dezelfde taal spreken.
Deze cursus is uniek. Niet omdat ik de enige ben die hem geeft, maar omdat het de enige plek is waar wet en praktijk samenkomen. Waar uitleg wordt gegeven over hoe de Hoge Raad écht gelezen moet worden. En waar fouten in gemeentelijke procedures zichtbaar worden gemaakt.”
Tot slot: dit gaat over mensen
“Schuldhulpverlening is geen Excel-model. Het gaat over mensenlevens. Over moeders met kinderen, jongeren met pech, ouderen die vastlopen. Over mensen die eindelijk hulp zoeken – en dan verdwalen in een wirwar van regels. Het is onze taak – als professionals – om die weg vrij te maken. Daarvoor is kennis nodig. En lef.
Want je kunt het niet maken dat een cliënt 18 maanden langer vastzit, puur omdat zijn hulpverlener niet wist dat het anders kon. Dat raakt de kern van rechtvaardigheid. En dát is waarom artikel 349a ons allemaal wakker moet schudden.”